22 feb 2009

Workshop (voor de docent)

De workshop bestaat uit 4 onderdelen:
1. rondleiding door het Muziektheater.
2. Het emotiespel
3. Voorstelling
4. Verdiepingsopdracht

Doelstellingen
- het leggen van een verbinding tussen de leefwereld van de leerlingen en die van het Muziektheater.
- De leerling bewust het lichaam laten gebruiken bij het uitdrukken van emoties.
- leren kijken en observeren
- leren herkennen van emoties uitgebeeld in het ballet

1.Rondleiding
De rondleiding wordt gegeven door een medewerker van de educatieve dienst van het Nationale ballet.
Ze lopen langs de decors die worden opgebouwd voor de voorstelling die ze die avond gaan bezoeken; ze zien de kostuums klaarhangen in de gangen; ze staan achter de voorstellingstafel van waaruit 's avonds de voorstelling wordt geregeld; kortom, ze krijgen een goed beeld van wat er allemaal achter de schermen komt kijken bij het maken van een voorstelling.
Tijdens de rondleiding worden de antwoorden van de vragen besproken:
1. omdat het nog steeds één van de grootste uitdagingen is binnen het klassieke ballet
2. De plaats van handeling is bijvoorbeeld een bos. Dus verheerlijking van de natuur, een kenmerk van een romantisch klassiek ballet.
3. De wili’s
(http://www.het-nationale-ballet.nl/index.php?m=season&ssm=education&s=251)

2.Emotiespel
Benodigdheden (zie bijlage):
-Gezichtsloos masker/masker zonder gezichtsuitdrukking
-Emotiekaartjes

Dan begint het spel. De leerlingen worden verdeeld in groepjes van 5 (uitgaand van 5 groepjes van 5) leerlingen. Elke groep is een team. Elke groep heeft een bel.
Om de beurt gaat één leerling van een team naar voren, pak een emotiebriefje uit de doos, doet het masker op en beeld de emotie uit met het lichaam. Er mag geen geluid bij gemaakt worden.
Elk team mag raden en wanneer zij het antwoord weten drukken zij zo snel mogelijk op de bel. Het team wat als eerste op de bel drukt en het juiste antwoord geeft krijgt een punt. Wanneer het antwoord niet goed is mag een andere groep het antwoord geven, weer door op de bel te drukken. Als niemand het weet, gaat de uitbeelder verder. De begeleider/docent mag coachen. Iedereen uit elk team moet uitbeelden.


3.Voorstelling
De leerlingen gaan naar de voorstelling Giselle toe.

4.verdiepingsopdracht
leerdoelen, de leerlingen :
- kunnen een gebeurtenis uit het verleden omzetten naar een situatie die zich in de tegenwoordige tijd afspeelt.
- Kunnen scriptschrijven
- Kunnen samenwerken
Duur: 200 min
Benodigdheden: computers en printer.
Vorm: Groepjes van 3
Opdracht: De leerlingen herschrijven een onderdeel uit Giselle naar het NU. Het wordt dus een eigentijdse gebeurtenis naar aanleiding van de gebeurtenis uit Giselle. Het moet in de vorm van een script. Er moet een gesproken dialoog in uitgewerkt worden.
De opdracht staat voor hun uitgelegd in een leerlingenbrief (zie weblog verdiepingsopdracht voor de leerlingen)
Tijdens de les moet de docent de opdracht nogmaals uitleggen. Dan kunnen ze aan het werk. Wanneer er veel vragen zijn en de leerlingen vast lopen, kunnen ze bijvoorbeeld gestuurd worden in de richting ‘onmogelijke liefde’ met bijvoorbeeld verschillende geloofsovertuigingen..
Eisen:
- naar aanleiding originele gebeurtenis, die herkenbaar moet zijn.
- Uitgewerkt volgens eisen van scriptschrijven.
- Veranderd naar iets eigentijds.
- Het moet ingeleverd worden, uitgetypt met de namen van de groepsleden, taakverdeling en de originele gebeurtenis kort uitgewerkt.
- Af aan het einde van les 2.


Tijdsindeling
Dag 1:
14.45 aanwezig in het Muziektheater
15.00 Start rondleiding
15.30 einde rondleiding in studio
15.30 Pauze tot 16.00
16.00 uitleg emotiespel
16.15 start emotiespel
18.00 einde emotiespel
18.00 eten tot ongeveer 19.45
19.45 naar zaal
20.15 begin voorstelling


In de les de verdiepingsopdracht
Uitgevoerd tijdens ckv/tekenen/nederlands in totaal 200 minuten.
Les 1
Inleiding: 10 min
Uitvoering: 80 min
Afronden: 10 min
Les 2
Herhaling eisen opdracht: 10 min
Uitvoering: 80 min
Afronden en inleveren: 10 min




Bijlage

Masker maken op karton, met gaten voor ogen en voor neus. Het moet zo simpel mogelijk zijn. En geen gezichtsuitdrukking hebben. Voorbeeld:

Doelgroep: 4 havo/vwo


De emotie briefjes

Boos, kwaad Bang, angstig Blij, vrolijk, lachend
Je verveelt je Je wacht ongeduldig Je hebt spijt, je wilt vergeven worden
Bedroefd, verdrietig Chagrijnig Verbaasd
Walging, afkeer Tevreden Moe, uitgeput
Stoer, macho Arrogant, uit de hoogte Sloom, langzaam
Peinzend, nadenkend Schuldig, onderdanig Je hebt het heel warm
Je hebt het heel koud Besluiteloos, twijfelend Verliefd
Gemeen Verleidelijk Je vind jezelf heel mooi
Onhandig Behulpzaam Gehaast